WONEN IN ITALIË – Leven met het virus

De telefoon gaat over. Ik zie het kengetal van Uden op het schermpje. Ik schrik. Dan hoor ik: "Hallo je spreekt met Eva van de Wijdeven. Ik wilde weten of de steunkousen van je moeder bevallen."

Steunkousen??? Het lijkt een eeuwigheid geleden dat Eva die bij mijn moeder heeft aangemeten. Sinds de coronacrisis in een ander tijdperk. Maar niet voor Eva. Met een heerlijke Brabantse nuchterheid doet ze gewoon haar werk en wil ze weten of ze nog iets kan bijdragen.

"Nou een extra paar zou wel handig zijn" antwoord ik. "Ja daar heeft ze ook recht op. Ik breng ze van de week wel even langs bij St.Jan." Alsof er geen coronavirus bestaat, alsof niet de hele afdeling van m'n moeder in isolatie zit. Maar Eva heeft gelijk. Mijn moeder leeft gewoon door en heeft een extra paar steunkousen nodig.

Sinds het coronavirus is uitgebroken en er vier patiënten van het zorgcentrum waar mijn moeder woont met corona naar het ziekenhuis zijn afgevoerd, zit ik hier in Italië met een soort Zwaard van Damocles boven m'n hoofd. Ieder moment verwacht ik het fatale telefoontje waarin me wordt meegedeeld dat mama het virus heeft en dan doet zo'n afstand van 1200 km. zich opeens erg voelen.

Maar tot nu toe krijg ik bij ieder telefoontje opgewekte verpleegkundigen aan de telefoon. Alle patiënten zitten nu op hun eigen kamer en dat gaat goed. Er mag geen bezoek meer komen.

Inmiddels heb ik hier in Italië een week quarantaine achter de rug. Ik bof met het weer. Werk wat in de tuin of lees in het zonnetje. In Mombarcaro voel ik me veilig. Die lieve Grazia doet boodschappen voor me en verder voeren buren vanuit open ramen of vanuit hun tuin kletspraatjes met me. Ze willen weten hoe het met me gaat en vertellen over de laatste besmettingen.

Want de situatie is dramatisch. Vooral in Bergamo dat een stuk verder naar het oosten ligt. Zondagavond in het populaire tv-programma 'Che Tempo Che Fa' was middels een videoverbinding burgemeester Gori van Bergamo te gast.

Doodsbleek maar zeer zakelijk vertelde hij over de situatie in zijn stad. Dat er aan alles een tekort is. Vooral aan beschermende kleding. Dat daardoor al 70 man medisch personeel is besmet. En dat er zoveel doden zijn dat ze niet weten waar ze ermee naartoe moeten. Het was zo aangrijpend dat presentator Fabio Fazio vocht tegen zijn tranen en ik trouwens ook.

Gisteravond toonde het journaal beelden van een militair konvooi dat de lichamen van overleden mensen kwam ophalen.

Met enkele patienten in Monesiglio, Prunetto en Dogliani knabbelt het coronavirus ook al aardig aan onze heuvel. Iedere avond hoop je dat er een ommekeer komt, dat er een afname inzet maar het zijn er iedere dag weer meer. Het virus trekt nu zuidwaarts. Wel is het zo dat bij de elf dorpen die drie weken geleden werden afgesloten, zich geen nieuwe gevallen meer voordoen.

Er gebeuren ook veel hartverwarmende dingen. Zaterdagavond kreeg ik opeens via 'Messenger' een videoverbinding toegestuurd van mijn vriendin uit Iseo. Ik klikte erop en opeens zat ik op een live concert in Brescia. Een DJ zat daar op een klein balkon ingebouwd door apparatuur plaatjes te draaien. In de flats eromheen stonden de mensen op hun balkons mee te zingen en te klappen. Ik stuurde de verbinding op mijn beurt weer door naar vrienden en op zeker moment zaten we met 5000 mensen live naar dit geimproviseerde concert te kijken. Het gaf zo'n verbonden gevoel.

Deze week werd ik ook gebeld door Omroep Max. Ze hadden m'n website gelezen en of ik iets over mijn situatie hier kon vertellen voor hun tv-gids. Ach, waarom niet? Mijn verhaal is er één van het Italiaanse platteland. Wij hebben maar één winkel, die van Sara, en hier zijn geen rijen, ook wordt hier niet gehamsterd. Enfin, meer erover in de volgende Max.

Tenslotte vanmorgen mijn Duitse vriendin Uschi aan de lijn. Zij woont buiten Ceva. Ook zij en haar man maken er maar het beste van. Werken ook veel in de tuin. Zij kan nog dagelijks gaan lopen, want ze heeft een hond en woont nogal afgelegen. Ze zal niet zo gauw politie tegenkomen.

Maar wij hebben hier 'Snuf' en 'Snuitje'. Zo noem ik de twee agenten uit Monesiglio die hier de hele dag patrouilleren. Geen schijn van kans dat ik ongemerkt een stuk kan lopen. En dat lopen mis ik erg. Mag niet. Wij mogen alleen nog even snel de hond uitlaten of een boodschap doen. Daar hoop ik, na mijn quarantaine, die nog een week duurt, toch wel iets op te vinden.



  • De beslissing
  • Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.